Spelers van 6 – 8

Leeftijd specifieke kenmerken (6 - 8 jaar)

Lichamelijk/Fysiek:

• Grote bewegingsdrang.
• Snel herstel.
• Relatief weinig kracht.

 

Motorisch:

• Langzame verbetering van de coördinatie.
• Balgevoel nog zwak ontwikkeld.
  
  

Mentaal:

• Concentratievermogen is kort.
• Individueel gericht, weinig gevoel om dingen samen te doen.
• Speels;
• Ongecontroleerd.
  
  Prestatie/Motivatie:
• Sterk fantasiegericht.
• Een wedstrijd/training wordt niet met een prestatiegedachte beleefd.
• Zwak balgevoel.
• Geringe kracht.
• Geringe duurprestatie.

 

Concentratie:

• Het is moeilijk om ze bezig te houden.
• Even luisteren is moeilijk.
• De aandacht is zo weg.
• Snel afgeleid.

 

Trainingsdoelstelling (wennen door spelen)

Technisch:

• De baas worden over de bal.
• Vooral de basistechnieken moeten geleerd worden in eenvoudige spel/partij vormen.
• Daarmee krijg je een snellere balgewenning.
• De trainingen moeten op het niveau van de kinderen gegeven worden.

 

Tactisch:

• Aanleren van de voornaamste spelregels.
• Het leren van de basisdoelen van het voetbalspel; doelpunten maken, doelpunten voorkomen.

 

Mentaal:

• Leren omgaan met de spelregels.
• Leren omgaan met de bal en de ruimte (het veld).

 

Accenten van de trainingen:

• Spelen, positieve spelbenadering.
• Ruime bewegingservaring laten opdoen, vooral mét de bal.
• Ruimte laten voor eigen ontdekkingen.
• Balgewenning door veel kleine partijtjes.

 

Coaching:

• Opmerkingen in de taal van de kinderen.
• Helpend gedrag, tijdens en na de training en wedstrijd.
• Wedstrijden zijn een verlengstuk van de training en geen doel op zich.

Trainingsstof

Aandachts-/uitgangspunten:

• Spelenderwijs met de bal bezig zijn.
• Veel afwisseling in de training en veel herhalen van de leerstof.
• Voor iedereen is er een bal aanwezig.
• Ruime ervaring op laten doen met het beheersen van de bal.
• De tijd optimaal benutten: geen lange wachtrijen (bijv. bij het afronden); de groep, indien nodig, splitsen.
• Rekening houden met de specifieke leeftijdskenmerken.

 

Inhoud:

• Alle oefeningen zonder weerstand.
• Dribbelen, drijven, stoppen en aannemen.
• Passen, mikken, schieten.
• Diversen combinatie- en afrondingsvormen (bijv. dribbelen en passen/schieten)
• Veel scoringselementen (bijv. poortjes mikken).
• Veel kleine partijtjes (3-3/4-4), spelers krijgen dan meer balcontacten en leren de bal beter/sneller te beheersen.
• Goals zonder keepers.
• Bij balbezit: scoren, bij balverlies: doelpunten voorkomen.
• Geen conditietraining.

 

Tips begeleiding/coaching training:

• Als je iets wilt uitleggen, doe het dan meteen voor.
• Zet de spelers tijdens de uitleg daar waar je ze wilt hebben en houd de uitleg kort
• Ga niet te lang door met een oefening, maar zorg voor voldoende variatie. Benadruk het spel en niet de wedstrijd.
• Het gaat hen niet om de punten, maar om de beleving.
• Het prestatie element komt vanzelf/later.
• Bewaar het speelse in ze.
• Gebruik geen onduidelijke woorden in de coaching; zoals aanbieden, vrije ruimte, diep gaan, omschakelen, etc..
• Probeer hun taal te spreken; “houd de bal goed bij je”, “zorg dat je hem niet kwijt raakt”, “probeer de bal af te pakken”.

[ Ga terug naar de vorige pagina ]