Spelers van 8 – 10

 

Leeftijd specifieke kenmerken (8 - 10 jaar)

Lichamelijk/Fysiek:

• Groei naar verdere harmonie.
• Toename van uithoudingsvermogen.
• Groter doorzettingsvermogen om bepaalde onderdelen onder de knie te krijgen.
  
  

Motorisch:

• Leergevoel (bewust technische vaardigheden leren).
• Meer coördinatie.
• Meer balgevoel.

 

Mentaal:

• Wat meer sociaal ingesteld.
• Neemt dingen al bewust op.
• Probeert oefeningen goed te doen.
• Werkt graag met de bal.
• Krijgt besef voor het uitvoeren van bepaalde taken.
• Weet al onderscheid te herkennen in de voetballende capaciteiten van teamgenoten
  
  

Prestatie/Motivatie:

• Nog sterk individueel gericht.
• Drang om te presteren.

 

Concentratie:

• De aandacht is snel weg.
• Dit moet niet als negatief gezien worden.
• Stil staan is nog een uitdaging.
• Ze leren meer door te doen, dan door te luisteren.

 

Trainingsdoelstelling (wennen door leren)

Technisch:

• Ideale leeftijd om techniek te leren.
• Spelenderwijs de basistechnieken aanleren (aan- en meenemen, plaatsen, trappen, dribbelen, stoppen en afwerken.
• De trainingen moeten op het niveau van de spelers gegeven worden.

 

Tactisch:

• Drang naar individueel spel niet afleren, maar ook niet egoïstisch laten worden.
• Aandacht blijven schenken aan kennis van de belangrijkste spelregels.
• Bij oefenvormen blijven uitgaan van alle basisdoelen van het voetbalspel met name het doelpunten maken/voorkomen.

 

Mentaal:

• Een begin maken van het wijzen op het belang van samenwerking teneinde een bepaald doel te bereiken.

 

Accenten van de trainingen:

• Veel op techniek trainen.
• Veel balcontact.
• Veel spel- en wedstrijdvormen.
• Kleine partijspelen.
• Eenvoudige positiespelen.

 

Coaching:

• Ruimte laten voor eigen ontdekkingen.
• Opmerkingen in de zin van: probeer de bal snel af te pakken, geen balletjes afwachten, niet stil blijven staan, we hebben goed gespeeld maar de volgende keer beter.
• Helpend gedrag voor, tijdens en na de training/wedstrijd.
• Wedstrijden zijn een verlengstuk van de training en geen doel op zich.

Trainingsstof

Aandachts-/uitgangspunten:

• Spelers leren door hen veel aan de bal te laten.
• Ideale leeftijd voor het aanleren van de basistechnieken (veel trainen op technische vaardigheden).
• Trainen op veldbezetting en teamorganisatie (voor, achter, links en rechts).
• Rouleren van de veldbezetting (achter, midden en voorin).
• Inspelen op de belevingswereld.

 

Inhoud:

• Afhankelijk van het niveau geen of geringe weerstand invoeren.
• Basistechnieken en traptechnieken.
• Kleine partijspelen (2-2/3-3).
• 1-1 duels.
• Accent op nauwkeurige passing en balverwerking.
• Veldbezetting; bij balbezit vrijlopen, bij balverlies tegenpartij verdedigen (voor, achter, links en rechts).
• Geen conditietraining.

 

Tips begeleiding/coaching training:

• Als je iets wil uitleggen, doe het dan meteen voor.
• Zet de spelers tijdens de uitleg daar waar je ze wilt hebben en houd de uitleg kort.
• Ga niet te lang door met een oefening, maar zorg voor voldoende variatie.
• Benadruk het spel en niet de wedstrijd.
• Niet bij elke speler gaat het al om de punten maar om de beleving.
• Het willen of moeten winnen staat vaak een ontwikkeling van het spel in de weg.
• Houd rekening met de coaching richting de speler, dus geen moeilijke woorden zoals; knijpen, tijd, in de rug, omschakelen etc.

[ Ga terug naar de vorige pagina ]